ARTICLE
14 April 2025

Zeven manieren voor leveranciers om schade te beperken bij retail-faillissementen

B
Buren

Contributor

BUREN is an independent international firm of lawyers, notaries, and tax advisers with offices in Amsterdam, Beijing, The Hague, Luxembourg, and Shanghai. We provide full-service, multidisciplinary support, helping national and international clients expand, innovate, or restructure their businesses through our offices, country desks, and global network of partners.
De afgelopen maanden zijn verschillende Nederlandse winkelketens failliet gegaan. Enkele voorbeelden zijn: Ted Baker, Blokker, Scotch & Soda, The Body Shop en Vanilia. Recentelijk is bij vonnis van 2 april 2025...
Netherlands Corporate/Commercial Law

De afgelopen maanden zijn verschillende Nederlandse winkelketens failliet gegaan. Enkele voorbeelden zijn: Ted Baker, Blokker, Scotch & Soda, The Body Shop en Vanilia. Recentelijk is bij vonnis van 2 april 2025 het modebedrijf Gerry Weber failliet verklaard.

Dit faillissement heeft gevolgen voor alle betrokken partijen — waaronder leveranciers die kleding en/of andere modeartikelen aan Gerry Weber hebben verkocht en nog niet volledig zijn betaald. In deze alert bespreken we zeven manieren waarop leveranciers hun schade kunnen beperken bij insolventies in de detailhandel.

1. Eigendomsvoorbehoud
Leveranciers kunnen verkochte goederen leveren onder eigendomsvoorbehoud. Dit betekent dat het eigendom van de goederen bij de leverancier blijft totdat de volledige koopsom is betaald. Totdat deze betaling is voldaan, is de koper juridisch gezien geen eigenaar van de goederen. Belangrijk is dat de leverancier moet kunnen aantonen dat het eigendomsvoorbehoud is overeengekomen met de koper (dit is vaak opgenomen in de algemene voorwaarden van de leverancier).

Het kan bovendien verstandig zijn om de koopovereenkomst te ontbinden en te verzoeken dat de goederen waarop eigendomsvoorbehoud rust, worden afgescheiden van de overige goederen van de failliete boedel. Dit is met name effectief tijdens een afkoelingsperiode. Door deze stap kan de curator de betreffende goederen niet verkopen of overdragen, anders dan met het doel de leverancier schadeloos te stellen.

2. Recht van reclame
Een andere — minder bekende — mogelijkheid voor schadebeperking is het inroepen van het recht van reclame. Dit recht verschilt van het eigendomsvoorbehoud doordat het niet vooraf overeengekomen hoeft te zijn met de koper. Het recht van reclame is wettelijk vastgelegd in het Nederlandse recht. Wel moet het tijdig worden ingeroepen. Het recht vervalt wanneer aan twee voorwaarden is voldaan: (i) zes weken zijn verstreken sinds de factuurdatum en (ii) zestig dagen zijn verstreken sinds de levering van de goederen.

Ook hierbij kan het verstandig zijn te verzoeken dat de teruggevorderde goederen worden afgescheiden van de overige goederen van de failliete boedel, zeker tijdens een afkoelingsperiode. Zo wordt voorkomen dat de curator de goederen verkoopt zonder de leverancier te compenseren.

3. Retentierecht
Indien de leverancier feitelijke controle heeft over de onbetaalde goederen (bijvoorbeeld omdat er nog werkzaamheden aan plaatsvinden), kan ook het retentierecht worden ingeroepen. Dit recht houdt in dat de goederen niet worden afgegeven totdat de vordering is voldaan.

Het retentierecht blijft in stand, ook bij faillissement van de schuldenaar. De curator heeft in dat geval in principe twee opties: hij kan de goederen opeisen en verkopen (waarbij de partij met het retentierecht voorrang heeft op de opbrengst), of hij kan de openstaande vordering voldoen.

4. Aansprakelijkheid van het bestuur van de koper
Een andere manier om schade te beperken is het aansprakelijk stellen van het bestuur van de koper. Een vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid wordt sterker wanneer het bestuur voorafgaand aan de levering de kredietwaardigheid van de koper heeft bevestigd op verzoek van de leverancier.

Daarnaast kan het bestuur persoonlijk aansprakelijk worden gehouden indien zij de onderneming een overeenkomst hebben laten aangaan terwijl zij wisten of hadden moeten weten dat de onderneming haar verplichtingen niet (tijdig) zou kunnen nakomen, én de wederpartij daardoor schade lijdt zonder verhaal op de boedel. Ook als bestuur toelaat dat de onderneming in strijd met wettelijke of contractuele verplichtingen handelt, kan sprake zijn van persoonlijke aansprakelijkheid. Voorwaarde is dat sprake is van een voldoende persoonlijk ernstig verwijt.

5. Garantie of 403-verklaring
Gelieerde ondernemingen van de failliete debiteur kunnen garanties hebben afgegeven waarbij zij zich hoofdelijk aansprakelijk hebben gesteld voor bepaalde schulden. In dat geval kan de leverancier zelf kiezen wie hij aanspreekt. Bij faillissement kan dit een oplossing bieden, omdat de garantsteller alsnog aansprakelijk is voor de vorderingen.

Ook kan het zijn dat de moedermaatschappij een zogenoemde 403-verklaring heeft afgegeven. Daarmee stelt zij zich hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de (vrijgestelde) failliete vennootschap. Naar Nederlandse recht moet elke rechtspersoon in principe een eigen jaarrekening opstellen en deponeren. Deze verplichting kan worden vrijgesteld indien de financiële gegevens zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de moedermaatschappij. In dat geval moet de moedermaatschappij wel een 403-verklaring afgeven.

Wanneer de failliete onderneming haar verplichtingen niet meer kan nakomen, kan de leverancier zich op basis van de 403-verklaring tot de moedermaatschappij wenden. Let wel: dit geldt alleen voor vorderingen die voortvloeien uit rechtshandelingen (zoals overeenkomsten) van de failliete, vrijgestelde onderneming.

6. Verrekening
In faillissement kan een schuldeiser verrekenen als zowel de vordering als de schuld al bestond vóór het faillissement of voortvloeide uit rechtshandelingen van vóór het faillissement. Dit is echter niet toegestaan als de schuldeiser wist of had moeten weten dat faillissement of surseance aanstaande was op het moment van verkrijging van de vordering of schuld.

Het is daarom raadzaam voor een leverancier om te onderzoeken of hij ook nog openstaande verplichtingen heeft jegens de failliete partij. Indien dit het geval is, kan verrekening een oplossing bieden.

Overigens blijft een contractuele beperking of uitsluiting van verrekening ook in faillissement van kracht.

7. Terugvorderen van btw
Tot slot kan btw op oninbare vorderingen worden teruggevraagd bij de Belastingdienst in de aangifte over het tijdvak waarin duidelijk wordt dat betaling uitblijft. De teruggaaf moet uiterlijk plaatsvinden in de aangifte over het tijdvak één jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum. Indien dit niet tijdig gebeurt, kan dit in beginsel worden hersteld via een suppletieaangifte, maar dit zorgt voor vertraging. Het is dus raadzaam om hier tijdig zorg voor te dragen.

Let op: dit is een algemene alert bedoeld ter algemene informatie. De inhoud is niet afgestemd op persoonlijke of specifieke situaties en kan daarom niet worden beschouwd als persoonlijk of professioneel advies. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.

Mondaq uses cookies on this website. By using our website you agree to our use of cookies as set out in our Privacy Policy.

Learn More