Sinds eind 2019 eist het  wetsvoorstel over bedenktijd voor het bestuur bij een vijandige overname een plekje op in de politieke agenda's. Inmiddels zijn de Eerste en Tweede Kamer eruit: de wet zal op 1 mei 2021 in werking treden.

250 dagen bedenktijd om bod te overwegen

Het wetsvoorstel ziet met name toe op het bestuur van in Nederland beursgenoteerde vennootschappen. Met dit wetsvoorstel krijgt het bestuur een bedenktijd van 250 dagen. In deze periode krijgt het bestuur de kans om het overname aanbod te overwegen en hierop te reageren. Zo kan het bestuur in de bedenktijd zoeken naar een oplossing voor bijvoorbeeld  aandeelhouders die weigeren mee te werken of het aanpassen van de strategie.

Iets anders dat opvalt is dat bestuurders en/of commissarissen niet ontslagen of geschorst kunnen worden, althans niet op initiatief van de aandeelhouders.

Doel is mede om bestuur gevolgen en alternatieven te kunnen laten onderzoeken

De nieuwe wet moet het bestuur meer rust geven bij het nemen van de ingrijpende beslissing of zij wel of niet akkoord gaan met een vijandige overname. Bij het nemen van deze beslissing krijgt het bestuur te maken met de belangen van zowel de onderneming zelf, als met de belangen van de aandeelhouders, schuldeisers, werknemers en andere stakeholders.

In de gegeven bedenktijd kan ook door het bestuur worden benut om alternatieven te zoeken en te overwegen. Maar het bestuur kan in de bedenktijd ook in gesprek gaan met de stakeholders om de eigen onderneming eerst goed te analyseren voordat er een besluit wordt genomen over een vijandige overname. Het bestuur kan op deze manier kijken of het mogelijk is om een bepaald bedrijfsdeel af te splitsen wanneer zij dat specifieke deel niet wil laten overnemen.

Bij Ondernemingskamer bezwaar tegen bedenktijd mogelijk

Wanneer het bestuur de bedenktijd wenst te gebruiken, dan moeten zij eerst naar de raad van commissarissen om toestemming te krijgen. Wanneer de raad akkoord gaat, start de bedenktijd.

Aandeelhouders met een belang van minimaal drie procent kunnen zich tot de Ondernemingskamer van het Hof Amsterdam wenden om bezwaar te maken tegen de bedenktijd. In dat geval zal het Hof een besluit nemen over het wel of niet toepassen van de bedenktijd.

Als de bedenktijd – en daarmee ook het  overnameproces – aanvangt, zullen er strenge en strakke termijnen gelden. De wetgever probeert hiermee de onzekerheid voor stakeholders zoveel mogelijk te beperken, maar de wetgever probeert op deze manier ook de duur van de onzekerheid zo veel mogelijk in te korten.

Conclusie

Kortom het doel van de nieuwe wet is het creëren van rust binnen het bestuur en daarmee ook de gehele organisatie alvorens er een besluit genomen dient te worden omtrent het al dan niet instemmen met een vijandige overname. Hiermee hoopt de wetgever de bestuurders in de gelegenheid te stellen om de onderneming te beschermen tegen een vijandig overnamebod dat voor de aandeelhouders aantrekkelijk is, maar ingrijpende gevolgen met zich mee kan brengen ten opzichte van de onderneming zelf, alsmede de stakeholders.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.