In Competition kort vermelden we Nederlandse, Europese en internationale ontwikkelingen, waaronder recente besluiten, uitspraken, kamerstukken, persberichten en andere publicaties. Competition kort zal iedere twee weken verschijnen.

De belangrijkste ontwikkelingen van deze Competition kort zijn:

  • Het Hof van Justitie oordeelde dat wanneer de Commissie een dochteronderneming die een inbreuk heeft gepleegd, hoofdelijk wil veroordelen met elk van haar moedermaatschappijen waarmee zij tijdens de inbreukperiode achtereenvolgens een afzonderlijke onderneming heeft gevormd, zij voor elk van de betrokken ondernemingen afzonderlijk het boetebedrag moet vaststellen dat hoofdelijk verschuldigd is door de vennootschappen die er deel van uitmaken. De opeenvolgende moedermaatschappijen moeten uit de beschikking hun aandeel in de hoofdelijke aansprakelijkheid kunnen afleiden. Bovendien mag de totale som van de bedragen tot betaling waarvan de moedermaatschappijen worden veroordeeld niet hoger zijn dan het bedrag dat de dochteronderneming moet betalen, aldus het Hof: zie de uitspraak van 10 april 2014;
  • Het Europees Parlement stemde in met de ontwerp-richtlijn betreffende schadevorderingen wegens mededingingsinbreuken. De richtlijn bevat een aantal maatregelen ter vergemakkelijking van schadeacties. Zo hebben besluiten van nationale mededingingsautoriteiten bindende kracht voor de nationale rechter en wordt er voorzien in een regeling voor de openbaarmaking van bewijsmateriaal onder de partijen bij een schadevordering. Schikkingsvoorstellen en verklaringen van clementieverzoekers blijven echter buiten schot. Ook zal de aansprakelijkheid van de onderneming die immuniteit heeft verkregen in de richtlijn worden beperkt tot zijn aandeel in de veroorzaakte schade. Nadat de Raad de richtlijn formeel heeft vastgesteld (naar verwachting in juni van dit jaar), geldt een omzettingstermijn van twee jaar waarbinnen de lidstaten hun nationale wetgeving aan de richtlijn moeten hebben aangepast: zie het persbericht van de Commissie van 17 april 2014;
  • Het CBb corrigeerde het eerder door de rechtbank Rotterdam ingenomen standpunt dat bij een volgens ACM doorlopende of voortdurende overtreding er voor wat betreft de berekening van de boetegrondslag geen rekening mag worden gehouden met dat deel van de omzet dat ziet op het verjaarde deel van de overtreding (d.w.z. ouder dan vijf jaar). Volgens het CBb ziet de verjaringstermijn van vijf jaar uitsluitend op de bevoegdheid van ACM om een boete op te leggen en is deze niet van invloed op de bepaling van de boetegrondslag. Daarnaast verwierp het CBb het standpunt van ACM dat bij de toepassing van de bagatelbepaling (10% marktaandeel) in geval van bid rigging het marktaandeel van de betrokken partijen per individuele aanbesteding in acht moet worden genomen. Nu het een doorlopende inbreuk betrof, kon ACM niet uitgaan van het marktaandeel per afzonderlijke transactie: zie de uitspraak van 10 april 2014;
  • Naar aanleiding van een onderzoek naar mogelijk misbruik van een machtspositie beloofde Buma/Stemra aan ACM om componisten en tekstschrijvers de mogelijkheid te bieden om slechts een deel van hun rechten bij Buma/Stemra onder te brengen voor het beheer van hun auteursrechten op muziek. Volgens ACM zullen op deze wijze via het internet wellicht meer manieren komen om muziek te streamen en te downloaden: zie het persbericht van ACM van 15 april 2014 en de ontwerptoezegging van 14 april 2014.

To view this newsletter in full please click here.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.